Start, De vrije wil...

De vrije wil
en de zin
van het bestaan

door
Freek Stegehuis

 

Ons Taalgebruik

   In ons taalgebruik zijn we niet altijd even duidelijk en spreken we gemakkelijk over wensen, verlangen en willen, zonder ons te realiseren dat er onderscheid is. In wensen zit een vorm van vermogen met keuze, dat het in vervulling zal kunnen gaan. In verlangen proeven we het hunkeren en het hopen, dat al is het buiten ons vermogen, het zal kunnen gebeuren. In de wil zit iets stringent, wat er ook is, het zal gebeuren. In de eerste twee zit de mogelijkheid van keuze of verwachting, in het willen zal het zo gebeuren. Van uit deze stelling gaan we kijken in hoeverre de mens iets kan bepalen.

Het Bestaan

   Wij zijn een levend wezen, op aarde gebracht zonder overleg. We hebben gewoon te aanvaarden dat we er zijn. Ook hoe we zijn, man of vrouw. Geen keuze van mens, regenworm of een vrije vogel in de lucht. We kunnen geeneens kiezen of we in Kenia geboren worden of op de Gooise dreven. We zijn er, niet omdat we het willen.
   We hebben het leven, omdat onze ouders in toegenegenheid elkaar vonden en toegaven aan de drang der natuur, een drang die in elk wezen is ingebouwd. Het woord liefde wordt buiten beschouwing gelaten, want bordelen tonen aan, dat het een natuurlijke drang is en liefde per definitie niet noodzakelijk is. Ook gewelddadige verkrachtingen geven blijk van onwenselijke bevruchting.
   Tegenwoordig kan men besluiten de zwangerschap voort te zetten of door vruchtafdrijving te beëindigen. Dat is geen wil, maar een gevolg van de voorafgaande seksuele belevenis, of ongewenste intimidatie. Er is dan keuze dit feit te aanvaarden of niet. De “prenatale wording”, is afhankelijk van deze beslissing.

Celdeling

    Na de bevruchting vindt er celdeling plaats. Daar kan moeder nog foetus iets aan doen. Dat vindt gewoon plaats en zodanig dat er stamcellen ontstaan, die het organisme die vorm geven, als in het DNA is vastgelegd. Als de moeder besluit het kind van een ongewenste intimidatie te aanvaarden, dan zal zij de kenmerken van de verfoeide verkrachter voor haar leven in het kind herkennen. Tijdens de zwangerschap wordt het moederlichaam zodanig aangepast, dat zij na de geboorte het kind voorziet van voeding uit eigen lichaam. Dat gebeurt buiten de potentie van de moeder om. Het is een lichamelijke conditie.
   Bij de geboorte en het opgroeien van het kind zal blijken hoe het zich ontwikkelt. Het kan gezond zijn, maar helaas er zijn ook verdrietige gevallen. Het kan hoogbegaafd zijn of weinig verstandelijk vermogen hebben. In gunstige gevallen groeit het op tot volwassenheid. Daar hoeft niet meer aan te gebeuren dan het te eten en te drinken te geven en bijpassende verzorging. De groeiklieren doen hun werk en de celdeling vloeit daaruit voort. Er valt niets te beslissen of te willen, alleen in goede hoop te aanvaarden.

Gezondheid

   De mens wordt vanaf zijn geboorte belaagd door ziekten. In het gunstige geval ontwikkelt het lichaam een afweer, dat resulteert in een immuunsysteem. Dit gebeurt van nature. Medische ingrepen zijn mogelijkheden, bedoeld immunisatie te ontwikkelen voordat het lichaam is aangetast. Dat is ook niet willen, maar gebruik maken van de mogelijkheid het toe te passen. Je kunt het, in dit geval alleen de ouders en niet het kind, toestaan of weigeren. Een keuze uit twee mogelijkheden

De Voeding

   Wat de voeding betreft daarin is de natuur zeer strikt. We krijgen gewoon honger en dorst. Daar hebben we niets aan te doen. Zouden we niet gewaarschuwd worden. Dan zou het ons verstandelijk ontgaan met het gevolg dat we zouden omkomen door uitdroging en energie tekort. Het lichaam wil dus meer dan wij. We worden niet alleen gewaarschuwd, maar gedwongen door honger en dorst te eten en te drinken en dat gebeurt ook nog met smaak, dus een extra prettige bijkomstigheid. De smaak en geur vertellen, dat het voedsel ons te goede komt, of het brengt een afkeer teweeg. Zo zien we dat een vlieg om heel ander eten lekkerbekt dan wij. Het lichaam beschermt zichzelf door de dwang van lust of tegenzin. Het gehele verterings, opname-, en reinigingsproces wordt geregeld door het lichaam. Door deze opname van voedsel ontstaat er lichaamsopbouw en verbranding voor beweging.
    Het vocht speelt ook een grote rol in deze processen en zorgt voor de toevoer van voeding en afvoer van afbraak en reststoffen. Probeer maar eens de afvoer ervan in te houden. Het lichaam dwingt je naar de vierkante meter te gaan. We worden geheel beheerst door de dwang van het lichaam. Het vocht is ook belangrijk voor de lichaamstemperatuur. Krijgen we het warm, dan zweten we. Het lichaam zet de huidporiën open en het hete vocht stroomt over een groter oppervlak, waardoor het afkoelt. Is het genoeg, dan krijgen we kippenvel, omdat de haarspieren samentrekken en de haren overeind gaan staan. Helaas, dieren wel, hebben we niet genoeg haar om effectief te zijn. Maar we rillen van de kou en dat geeft zoveel warmteenergie dat de kou verdreven wordt. We hebben niets te willen, het gebeurt gewoon. Je kunt je zodoende afvragen of wij het lichaam beheersen of dat het lichaam ons beheerst. Met training kunnen we een matige beheersing toepassen, maar uitsluiten, hó maar.

De Slaap en Ademhaling

  De slaap is de volgende lichaamsoverheersing. Slaap is vermoeidheid door lichaamsvergiftiging, die ontstaat door de verbrandingsresten. We kunnen ons er tegen verzetten, maar door deze vermoeidheid worden we door de slaap zelfs overmeesterd. Nog nijpender is de ademhaling. Eten bijvoorbeeld kunnen we, hoewel niet prettig, in noodtoestanden een lange tijd ontberen. Maar bij minder dan een halve minuut ademnood ga je door roeien en riemen.

Natuurlijke Eigenschap

   In ons doen en laten is het vaak moeilijk vast te stellen of het een natuurlijke eigenschap is of voortvloeit uit verstandelijke overweging. Dieren hebben eigenschappen meegekregen waarvan zij naar hun aard gebruik maken:
 1° Achterhalen en vluchten
 2° Aanvallen en verdedigen
 3° Vechten om de prooi of voor het leven
   Wij hebben deze eigenschappen omgezet in sport, werken en strijd. In de sport hebben we
 1° omgezet in hardloopwedstrijden, hordelopen, paalklimmen enzovoort. Agressiever zijn spelsporten, zij bestaan uit 2°. Voetbal is een agressieve sport en wordt verre overtroffen door rugby. Bij korfbal, een gemengde sport, strijken ze elkaar bijkans door de haren, voordat ze de bal door de korf gooien. Vechtsporten als judo, boksen en worstelen, dragen het karakter van 3°. De keuze van de sport hangt af van de mate van hormoonafscheiding. Onze interne organen spelen hierbij een hoofdzakelijke rol. De schildklier heeft grote invloed op drift en gelatenheid. Tegenwoordig spreekt men graag bij activiteiten over de adrenaline die door het bloed stroomt.
  Bij orgaantransplantaties is gebleken dat de ontvanger van een orgaan, karaktertrekken van de donor overneemt. Dat kan liggen in de keuze van sport, in de voorkeur van voedsel en er is zelfs een moordzaak opgelost omdat het orgaan zoveel informatie gaf dat de misdaad herleid kon worden. Ook bloedtransfusie kan al andere verschijnselen teweeg brengen. Dit toont aan dat onze activiteiten niet geheel of geheel niet uit onze hersenen ontspruiten en dat ook onze interne organen bepalend zijn. Het is nog een jonge wetenschap en er rust veelal een geheimplicht.

Begeerte

  Het zijn in wezen dierlijke instincten die ons leiden en kunnen wij als zoogdieren ons er niet aan onttrekken. Dierlijk instinct betekent dan eigenlijk niets anders dan hormoonafscheiding. De extra dimensie die wij er blijkbaar aan geven is de begeerte. Is dat een verstandelijke overweging of komt dat van binnenuit? Een dier tekent een territorium af dat niet groter is dan zijn levensbehoefte. Naar voedselaanbod is dat groter of kleiner. De mens streeft altijd naar meer dan hij nodig heeft. Dus begeerte is dierlijk, ons verstand vult dat aan met het verlangen van meer dan noodzakelijk, of anders gezegd, hebzucht.
   In werkomstandigheden is het niet anders. De één probeert beter te zijn dan de ander en eventueel meer loon af te dwingen dan de ander of zijn positie te verbeteren in de vorm van leiderschap. Dat ligt gewoon in de orde van pikgedrag van onze eierenvoorzieners. De sterkste bepaald zijn positie. In de kudde en het roedel is het niet anders. Maar daar krijgen allen te eten en er wordt geen voedsel bewaard ten koste van de ander. Alleen als er niet genoeg voedsel is krijgen de zwakste hun portie niet. De mens pikt wat hij pikken kan, daar hebben we miljardairs en onderminima. We worden gedreven door de hebzucht en die is ons ook opgelegd. Een overlevingsdrang met verstandelijke beredenering? Ook de mate van verstand is meegegeven bij de geboorte. Zowel de hoogbegaafde als de minder begaafde hebben deze drang. Het blijkt dan, dat de begaafde door inzicht meer besteden kan dan zijn tegenhanger. Zijn hebzucht overheerst en zijn verstand van gelijk opdelen negeert hij, ondanks zijn intelligentie, of juist daardoor.
   Zo ligt het ook in bestuurfuncties. Mensen die vechten in een hogere orde. Maar het is pikgedrag, want zij staan met opgezwollen kelen hun idealen te verkondigen. Het zelfde als in de natuur, daar zorgt de leider dat hij zijn portie als eerste krijgt. Alleen het dier vult zijn maag en laat de rest aan de overige. Het streeft niet naar voorraad in de toekomst. Misschien zal men op willen merken dat de eekhoorn en de gaai dat wel doen. Maar toch niet als investering met rente en heeft als voordeel, verspreiding van de zaden. De mens wel, die wenst meer dan genoeg en volgt zijn hebzucht. Dit is gedrevenheid en het (on)geluk der omstandigheden. Het is niet een kwestie van de wil, maar verlangen en hij heeft gewoon de wind in de zeilen. Er zijn begaafden die de omstandigheden minder mee hebben. Dat wordt dan wel de wil van het volk genoemd. Onzin: wens van de meerderheid tegen wens van de minderheid.
   In de wetenschap, met alle eerbied voor het onderzoek en de resultaten is daar ook vaak competitie, om als eerste een probleem opgelost te hebben of de Nobelprijs te verkrijgen. De wetenschap zoekt ook niet wat zij wil, maar treft ongekende of onverklaarde waarnemingen, hoe deze wetenschappelijk verklaard kunnen worden.

Religie

  Ook in de religie vinden we de opvatting dat de mens een vrije wil heeft. Bovenstaand is reeds verklaart dat wij het leven hebben te aanvaarden. De tien geboden tekenen duidelijk af dat we niets te willen hebben, maar alleen te vrezen. En dat gaat gepaard met de keuze:
Door het geloof het eeuwige leven
Door ongeloof de dood.
Het geloof is dan de hoop dat ons verlangen vervuld zal worden.
Hel en vagevuur zijn wegens de onmenselijkheid afgeschaft.
Dat zijn twee keuzes terwijl er vier zijn, maar het blijven keuzen.
De apostel Paulus zei al: “Wat ik doe dat wil ik niet en wat ik wil dat doe ik niet”.
Hiermee geeft hij aan dat de wil thuis hoort in het rijk der fabelen. Je kunt je dan afvragen: “Wat is de zin van het leven?”

De Zin van het Leven

  Met de laatste keuze, leven of dood, kun je je afvragen, wat de zin van het leven is. Velen vragen zich dat af, maar er is nog nooit een verklarend antwoord gegeven. Het enige dat tot nu toe is geconstateerd, is dat we kinderen voortbrengen en onze ouders wegbrengen. Dat is in de plantenwereld zo en in de dierenwereld. Alleen de laatste twee kunnen dat niet vast stellen en het zich daarom ook niet bewust maken.
  De mens heeft door dat bewustzijn zijn hoop gevestigd op een hiernamaals. Onze verre voorouders hadden deze hoop al, en gevestigd op het ’Walhalla’. In hun primitiviteit dronken ze daar bier uit de schedels van hun overwonnen vijanden. Dat eeuwige leven was dus zeer beperkt en gold alleen voor hen.
   Andere godsdiensten wijken daar niet veel vanaf. Ook Indianen en Aboriginals zijn door ons gekerstend geloof in de naam van god zo goed als uitgeroeid vanwege hun heidens geloof in andere goden. Hoe primitiever de godsdienst des temeer lijkt het op een ‘destijds’ hedendaagse omstandigheid. Zo werden in de oudheid mensen geofferd om als slaaf hun overleden heer te dienen in de opname van de nieuwe wereld. Erg nieuw was het er dus niet voor die slaven!
  Opmerkelijk is dat ook in onze “hedendaagse” godsdienst, hel en vagevuur worden afgeschaft en de weerzinwekkende eeuwige verbranding in zwavel en vuur uit de apocalyptus kritisch bezien wordt. In de middeleeuwen paste deze visie, maar de nu zijnde maatschappelijke omstandigheden verdragen deze teksten niet meer, omdat zij niet in overeenstemming zijn met ons begrip van liefde en verdraagzaamheid. Of er naar geleefd wordt is een andere vraag.

Verandering

Een kind zien we geboren worden en van dag tot dag lijkt het dezelfde. Door het dagelijks te wegen weten we dat het toeneemt. Ergo is het niet het zelfde als de voorgaande weging, er is celvermeerdering opgetreden. En dan loopt het. Het gaat zo langzaam dat je het pas opmerkt als het een poging tot lopen onderneemt. De herinnering aan de voorgaande situatie vertelt dan de verandering.
 Verandering is universeel. Het groeit uit als een draad garen. Er wordt een kledingstuk van geweven (de zin van de draad) en het wordt gedragen. Met het dragen begint de slijtage. Deze slijtageslag is overal en altijd waar te nemen, tot zelfs in het universum.
 In een mensenleeftijd is vast te stellen hoe een schijnbaar bestaande situatie verandert. In onze omgeving zien we hoe de heuvels van een zandverstuiving bij regen de zandkorrels over hun rug naar beneden laten rollen. Bij droogte blaast de wind deze korrels over de dan zijnde rug weer omhoog. De korrels zullen nooit meer zo komen te liggen als voorheen. Schijnbaar onzichtbaar veranderen de heuvels. Zelfs deze veranderde heuvelrug verdwijnt, want duinen wandelen. Dat wil zeggen, dat de heersende wind de zandkorrels verder wegblaast en de dan zijnde tegenstand zorgt voor een afkaveling en een nieuwe ophoging. Door deze bewegingen verandert ook het grove rivierzand in dekzand.
Zo is het ook met ons zonnestelsel. Alleen de voorgeschiedenis van het ontstaan is al een enorm proces van verandering geweest waaruit een supernova ontstond. Die veroorzaakte een explosie, dus een baring met als gevolg de geboorte van ons zonnestelsel. Dit lijkt een eeuwig durend proces, maar we weten nu dat de sfeer van waterstof rondom de zon wordt omgezet in helium en dat het eens ophoudt. De verbranding, niet nader uit te leggen, gaat door met als gevolg dat er een proces plaats vindt, dat de zon uitzwelt en ons zonnestelsel wordt verzwolgen en uitmondt in een zwarte dwerg. Ik heb nog geen literatuur gevonden wat er daarna zal gebeuren.

Eeuwigheid en Dynamiek

 Uit deze verklaringen blijkt dat dingen niet eeuwigdurend kunnen zijn. Alles verandert constant, waarin de onderdelen van tijd voor ons onbevattelijk zijn. De elementaire materie, atomen en moleculen, ontbinden en gaan nieuwe verbindingen aan, soms onnavolgbaar . Er is een dynamiek waardoor het zijnde constant overgaat van het een in het ander. Zo kunnen we ons ook afvragen of de “Big Bang” het ontstaan van het universum is. Dat kan zo zijn, maar dan rijst meteen de vraag of het niet het gevolg is van voorgaande processen, waaruit een giganova is ontstaan. De historische archieven van toen zijn echter door deze explosie, niet in rook, maar in radioactiviteit teloor gegaan. Daarmee is dan de zin van het leven, toentertijd gedocumenteerd, verzwolgen. Verder is vastgesteld, dat het uit de ‘Big Bang’ explosie geboren universum nog steeds uitdijt met onnavolgbare snelheden. Dat houdt in dat deze groei leidt tot het eindeloos veranderen van het nu bestaande, eigenlijk niet één moment het zelfde is.

Eeuwig leven blijkt een hersenspinsel te zijn en voort te vloeien uit ons bewustzijn, die zich verzet tegen de dood. Eeuwig leven is een voordurend zijn. En voortdurend zijn is altijd het zelfde zijn en dezelfde zijn. Dat houdt in: geen verrassing, er kan geen ervaring meer opgedaan worden en houdt ook de vreugde op van het beleven, want alles is zoals het is. Dat is nog erger dan de dood, want in de dood zit de dynamiek van het voortbestaan. Eeuwig is trouwens een slecht gekozen woord, want het betreft perioden van eeuw tot eeuw. Voortdurend lijkt een beter gekozen begrip. Maar niets duurt voort. Er is alleen voortschrijdende verandering.
  Is het windstil, dan waait het elders, waardoor een plek in rust lijkt, maar in het totaal treedt er verandering op. Daaruit kan dan vastgesteld worden, dat er een eindeloos voortschrijdend “begin” der dingen is, een kringloop, eigenlijk een spiraal, die eindeloos doorgaat. Dus als er zin is, dan is dat de dynamiek. De dynamiek is de draad die voortschrijdend het bestaande afbreekt en anders opbouwt.

 

Freek Stegehuis
Hilversum
22 februari 2008